Ga naar de inhoud

Write-along dag 8

Ondertussen was Geertje de Fee de wanhoop nabij. Ze had zo’n honger en was verdwaald in het de bossen van OostindischeOren. Ze was bang hier te sterven. Snikkend leunde ze tegen de boom. Maar wacht! Hoorde ze daar iets? Hoefgetrappel? Het geluid kwam steeds dichterbij om tenslotte recht voor haar neus te stoppen. Het was een prins op een wit paard.
“Wie bent u? Ik zie uw gezicht haast niet in het donker,” zei Geertje stamelend.
“Oh sorry,” zei de prins, “momentje.”
Hij knipte met zijn vingers en toen werd hij verlicht door, tsja door wat? Het leken wel lampen uit een theater, maar ze hadden de stroom nog niet uitgevonden. Geertje, zelf fee, verbaasde zich er maar niet over.
“Mijn naam is Prins Car Naval,” vervolgde de prins, “Prins der OostindischeOren.”
“Oh, Car, ik heb zo’n honger en ik ben verdwaald!”
“Geen probleem,” zei Car en knipte nogmaals met zijn vingers. Ineens stond daar een gedekte tafel voor twee en een ober. Ook in het onverklaarbare licht overigens. De tafel stond vol met het lekkerste eten en drinken.
“Ga zitten, mijn kind.” zei de prins.
Geertje ging op een stoel zitten. De ober schoof haar stoel aan.
“Wijn, mevrouw?” vroeg de ober.
“Graag!”
De ober schonk haar glas flink vol.
Ook Prins Car Naval schoof aan.
“Wijn, meneer?” vroeg de ober wederom.
“Nee, doe mij maar een biertje,” zei de prins.
De ober liep naar een plotseling verschenen bar en tapte een vers biertje en zette dat bij de prins op tafel.
“Eet smakelijk,” zei Prins Car Naval, zijn glas heffend.

Gepubliceerd inSchrijven

Wees de eerste om te reageren

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *