Op een dag kwam een van de bedienden met ongelooflijk nieuws terug van zijn zoektocht. Hij wist zeker dat hij de vrouw voor Leonardo de Vijfde had gevonden.
“Waar is ze?” vroeg Leonardo de Vijfde aan de bediende.
“Och, mijn koning, ze woont in het verre Noorden van ons land,” zei de bediende terwijl hij diep voor zijn koning boog.
“Oei,” zei Leonardo de Vijfde. “Dat is vlak bij de grens met de OostindischeOren!”
“Ja, mijn koning. Het gevaarlijke gebied aan de grens waar we liever niet komen. Maar de dame is precies degene die u zoekt. Ik ben met gevaar voor eigen leven tot vlak bij de grens gegaan om te zoeken en met succes. Denk ik.”
De koning dacht lange tijd na. De bediende bleef gebogen voor hem staan. De pijn in zijn rug werd ondragelijk.
“Ik stel een leger samen om naar de grensstreek te gaan. Het is te belangrijk om de kans te laten schieten.” zei Leonardo de Vijfde.
De dapperste soldaten werden geselecteerd om een machtig leger te vormen. Met dit leger en de bediende die de dame had gevonden trok Leonardo de Vijfde naar het Noorden van het land, vlak bij de grens met de OostindischeOren. Het gevaarlijkste gebied van het land. Alleen de allerdappersten hadden zich tot over de grens met de OostindischeOren gewaagd. Van hen werd nooit meer iets gehoord. Zo gevaarlijk was het daar. Verder wist niemand iets af van de OostindischeOren. De vreselijkste verhalen gingen in het rond. Ze zouden mensen eten, nooit naar de wc gaan, het landschap zou vooral bestaan uit bossen van dode bomen, ze reden rond op struisvogels, knipten nooit hun haar, hun kinderen werden nooit geboren maar waren er wel, ze hadden ruzie met alle buurlanden. Kortom, de OostindischeOren was echt een volk om je niet mee te bemoeien.
Wees de eerste om te reageren